Achterstandsleerlingen

Deze indicator geeft het aandeel achterstandsleerlingen in het basisonderwijs weer in je gemeente. Het gaat om het aantal leerlingen van 4 tot 12 jaar dat op 1 oktober staat ingeschreven in het basisonderwijs en waarvan de ouders laag opgeleid zijn. Veel kinderen maken door een ongunstige thuissituatie minder kans op een succesvolle schoolloopbaan. Ze hebben als ze twee jaar zijn vaak al een achterstand in hun ontwikkeling. Niet alle ouders zijn in staat om hun kind goed te ondersteunen en stimuleren in hun ontwikkeling. Zonder extra steun beginnen hun kinderen dan ook met een aanzienlijke achterstand aan het formele onderwijs (groep 3). Een achterstand die ze dan meestal niet meer inlopen en waar ze hun hele leven nadeel van ondervinden. Als in een gemeente veel achterstandsleerlingen wonen heeft dat consequenties voor het gewenste voor- en vroegschoolse aanbod, dat beoogt onderwijsachterstand van deze kinderen te voorkomen of te verminderen. Hoe lager het aandeel achterstandsleerlingen, hoe donkerder het kaartje.

Achterstandsleerlingen per gemeente



				

Achterstandsleerlingen kregen tot schooljaar 2019/2020 een extra gewicht toegekend op basis van het opleidingsniveau van de ouders. 0.30-leerlingen hebben ouders die beide een laag opleidingsniveau hebben. Dit houdt in dat beide ouders een opleiding hebben gevolgd op maximaal het niveau van praktijkonderwijs of vmbo-bk (basis- dan wel kaderberoepsgerichte leerweg van het vmbo). 1.20-leerlingen hebben één ouder of verzorger die maximaal het niveau van basisonderwijs heeft gevolgd en de andere ouder of verzorger maximaal een schoolopleiding op het niveau van praktijkonderwijs of vmbo-bk heeft gevolgd.

Vanaf schooljaar 2019/2020 berekent CBS een achterstandsscore per school en per gemeenten. Deze indicator zal binnenkort vervangen worden door de nieuwe indicator.

Meer informatie: